Zaterdag zat ik met mijn typemachine in Het Lichthuis, de bibliotheek van As. Voor iedereen die passeerde schreef ik een gedicht. Sommige mensen kwamen zelfs speciaal om een gedicht te halen.
Waarover moet ik wat schrijven? Vroeg ik.
Een goedlachse papa die ik van een workshop puppeteering & uit een ver verleden van improvisatietheater kende, zijn vrouw (of hij was haar man, dat kan ook) en twee dochters.
Over onze veel te dikke kat, zei de oudste.
Een mini-nijlpaardje heeft zich verstopt,
in Zita, de kat, ‘r vacht.
Soms vraag ik me af, wie?
Wie heeft dat nijldier hier gebracht?
‘t Mini-loggediertje in een kattehuid,
knuffelbaar en lief,
altijd weer een reden om te keren,
naar ‘t nestje bij ons thuis.
‘t Vreemde is wel,
‘t beestje eet geen hooi,
en is in zijn inleving
naar een kattenleventje geplooid.
Dagen luieren in de zon,
er komt geen modder aan te pas,
ze likt zichzelf weer schoon,
als ‘t liefste, beste, dikke
katje van de klas.
Jee Kast 2022.
Nijlpoes
by
Tags:
Leave a Reply